8-3 Bekijk de waakwereld eens als de koortswereld. Wat gebeurt er als je wakker wordt uit de koorts?

Jaargang 8 nr. 3 (7 februari 2007)

8-3Gyatso




Koorts

Degenen die vorige week woensdag voor de satsang op het centrum kwamen, hoorden dat ik niet zou komen – voor de eerste keer in ruim 25 jaar. Het lichaam had zware koorts en daarover wil ik het nu even hebben.
De sfeer van de koorts is een eigen wereld, zoals ook de droom een eigen wereld is. Zij komt zijdelings op uit de eigen lichamelijke gevoelsruimte. Ze heeft de kracht de overhand te krijgen, zodat de waakwereld er nauwelijks of niet meer is. Ze is zintuiglijk onsamenhangend en geeft geen houvast. Ze bestaat uit flarden van wat in de waakwereld aanwezig is. Visueel zijn er vage, vreemde, vaak abstracte beelden, brokstukken die zich snel in staccato flash herhalen. Er zit onrust in, het tolt maar rond en knalt uiteen. Dat gaat continu door. Zelf ben je erin betrokken, de onrust-energie ben jezelf.
Toch is er een zelfbewustzijn dat in de koortswereld aanwezig is. In het bewustzijn van zelf-zijn – teruggaande op jezelf – is er een rustpunt. Vanuit deze rust is er ruimte waarin de koortsverschijnselen wel voortdurend doorgaan, maar alleen zijdelings als een droom die na het ontwaken nog niet is uitgedroomd. In de rust van zelf-zijn is er geen probleem. Vanuit deze rust kan in de objectwereld weer iets redelijk stabiels worden ervaren.
De koortswereld is dus een van de vele werelden. Ook deze heeft te maken met speciale condities – een lichaam met koorts. Het enige wat stabiel blijft, is dat wat eraan vooraf gaat, het open zelf-zijn dat de grondslag is van de ervaring en dat aanblijft als de koorts weer is verdwenen.
Bekijk de waakwereld eens als een koortswereld zoals boven is beschreven. Vaak heeft de eerste veel van de tweede. Wat gebeurt er als je volledig helder wakker wordt uit de koorts? Lees het bovenstaande stuk nog eens, waarbij je voor ‘koorts’ en ‘koortswereld’ nu ‘waakwereld’ leest en voor ‘waakwereld’ nu ‘de verlichte staat’.


Ananda-meditatie

In plaats van een satsanggesprek was op de woensdagavond een CD te beluisteren met een geleide meditatie, die ik de maandag ervoor gaf, op het gevoel van gelukzaligheid (ananda). Misschien komt de hele tekst nog eens ter beschikking, maar de meditatie komt hierop neer.

Zoek ergens in je eigen sfeer (lichamelijk: het hart; herinnering) iets van een werkelijk ervaren gevoel van vreugde, van geluk. Ook al is die ervaring miniem, dat is genoeg. Dan kun je er namelijk bij blijven en er induiken. Eventueel herhaal je mentaal maar de woorden ‘vreugde’ of ‘geluk’, net zolang tot je de vreugde en het geluk echt ervaart met een glimlach op je gezicht. Door je op dit concrete geluksgevoel te richten, versterkt het zich en verdwijnt al het andere. Door erin te duiken ga je vanuit de psychologische sfeer over naar een nieuwe werkelijkheid. Die ontdek je in de sfeer van zelf-zijn, als zelf-zijn. Als je je daarin ontspant, blijkt die zelfsfeer oneindig groot: het gelukzaligheidslichaam. Je bent dan als ananda kosmisch groot, zonder grenzen, zonder dualiteit.
Alles wat daarin opkomt heeft de kwaliteit van ananda. Laat maar eens de beelden van verschillende dingen en mensen opkomen. Laat dan ook eens iemand komen die je niet zo graag mag. Zie maar dat hij of zij ook lichter wordt en de kwaliteit van gelukzaligheid krijgt. Dat betekent, dat hij of zij samenvalt met jezelf.


Achteraf kreeg ik een mail met de vraag of dit laatste niet negatief uitpakt.
‘Zo gaat men de ander zien als 'niet goed'. Die moet in het Licht gezet worden en lichter en lichter gemaakt worden. Het is toch juist de bedoeling dat je bij jezelf blijft en ziet dat de emoties en gevoelens die je krijgt bij het niet aanvaarden van de ander juist bij jezelf liggen! Je zult geconfronteerd moeten worden met die gevoelens, waardoor je inzicht krijgt.’
Uit het antwoord: Je gaat uit van een situatie waarin de een de ander niet mag. Natuurlijk is zelfonderzoek dan belangrijk - wat zit er bij jou; doorzie dat. Een andere benadering is ook waardevol: ervaar de ananda in jezelf (1); deze straalt naar buiten; in die sfeer verdwijnt de vervelende energie die je ervaart; je bent die ander; probleem opgelost.
Dus in (1) zit al de oplossing: bij jezelf blijven, de eigen minder mooie energieën (antipathieën) loslaten ten gunste van ananda. Alles wordt dan ananda, ook de ander die je eerst niet zo mocht. Het is beslist geen bevestiging van de ander als slecht, juist niet. Eerst verander je zelf, dan verandert direct ook de ander zoals je die ervaart.

Er werd op de maandagavond trouwens ook gevraagd naar de meditatie op de eigen dood. Maar, als je universele ananda bent, is er dan nog dood? Er is in ieder geval niet het probleem dat een persoon heeft die zich met het fysieke lichaam identificeert. In ananda is deze identificatie er niet meer.


Jongeren: ontspanning en inzicht

Het jongerenproject ontwikkelt zich op dit moment erg snel. Er verschijnen verslagen van lessen op scholen in de kranten. Deze stukken komen ook op de websites van de kranten te staan en daarop komt weer commentaar.
Twee punten die werden genoemd, wil ik hier naar voren halen; zij wijzen beide op een eigen manier op het belang van inzicht, naast ontspanning.
1. De psycholoog David Heyne van de Universiteit Leiden deed onderzoek naar stress bij schoolgaande kinderen. ‘Ademhalingsoefeningen en dergelijke werken vooral bij kinderen die vooral een lichamelijke reactie hebben op stress. Een nerveus gevoel, kriebels in je buik. Dat ebt weg door ontspanningsoefeningen. Maar kinderen die juist meer last hebben van faalangst, hebben weinig baat bij een antistressles. Dan moet je meer nadruk leggen op hoe realistisch hun gedachten zijn. Vaak is hun angst irrationeel.’
Het punt is dat bij de ontspanningslessen wel degelijk een beroep op het inzicht bij de kinderen wordt gedaan. ‘Zie je wat er gebeurt?’ en andere aanwijzingen zijn er juist voor om een bewustwording op gang te brengen. Oefeningetjes worden gedaan om juist de bijdrage van het eigen gevoel en de projectie duidelijk te maken en handvaten te geven om tot een realistischer houding te komen. ‘Vergelijk maar de ene voorstellingssituatie met deze andere’. Het project heet niet voor niets ‘Jongeren: ontspanning én inzicht’.
2. In een reactie stond: ‘Vreselijk dat het zover is gekomen! ... De maatschappij, met voorop de inspectie en helaas ook scholen, heeft door misbruik van de resultaten de Citotoets een te belangrijke positie gegeven. Het gevolg is dat de stress ouders en kinderen door de strot giert. Het systeem heeft nu blijkbaar een remedie [antistressles] gevonden tegen dit zelfgeschapen probleem. Triest.’
Wat hier aan de orde wordt gesteld is iets om alert op te zijn. Dezelfde discussie speelde in jaren '70 rond yoga. Vanuit de maatschappijkritiek was en is er de vraag: in hoeverre is ontspanning niet een middel van de 'macht' om aan zijn structuren (CITO) vast te houden? Dat is niet de bedoeling. Daarom is het zo belangrijk om naast 'ontspanning' ook altijd 'inzicht' centraal te stellen. Dat is voor de kinderen nodig; dat is ook nodig voor helderheid over het ruimere, maatschappelijke kader. Het gaat om de kinderen te helpen, maar daarvoor is ook een verandering nodig van de omgeving van de kinderen, incl. de eisen die worden gesteld.

Een hartelijke groet,
Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod