Brief 48 – Vasten

Ik ben bijna nooit ziek. Toch was dit laatst zo. Eigenlijk is de reden niet duidelijk. Ik voelde ‘s nachts iets gebeuren. Een grote misselijkheid ontstond en mijn lichaam kon ineens niets meer verdragen.
De eerste dag was niet erg prettig. De tweede dag ging het beter, in die zin dat het lichaam bijna leeg was en ik op water leefde en wat matses. De 3e dag was Stiltedag en ineens kwam er een extra dimensie, een geweldige grote gelukzaligheid die ik tot nu toe nog nooit zo volledig ervaren had. Zo licht. En de dagen erna was het ook zo en mijn lichaam had maar behoefte aan weinig. Dus het kreeg alleen het puur noodzakelijke.
Nu nog even van dichterbij bekijken wat er gebeurde.
Elke hap was een soort spanning, behalve het drinken. Ineens besefte ik hoe vaak eten een spanning is en hoe vaak allerlei dingen in huis gehaald worden die niet hoeven. Het is net alsof ik de natuurlijke staat van mijn lichaam weer ervoer. En tijdens de Stiltedag ervoer ik ook gelukzaligheid en ook heel veel Licht, en die drie waren een ideale toestand. Ik luisterde ook heel goed naar het lichaam. Het wilde niet veel, alleen maar water, brood, rijst en wat groente. Dat was voldoende.
Gek dat het vasten je ook terug kan brengen naar je oorspronkelijkheid, hoewel het geen conditie hoeft te zijn natuurlijk.
Nog iets - in de zen wordt gezegd: ervaar elke beweging van eten enz. Nu kon ik dat ook ervaren zonder verplichting. Het ging vanzelf. Ja, elk hapje was al genoeg en toch ervoer ik dat als een spanning. Niet eten, was nog beter. En dan was de tijd helemaal vol en hoefde helemaal niets te gebeuren.
Maar eigenlijk nu ook is er geen spanning, terwijl ik toch aan het typen ben. Is het leven een spanning? Waarom verlang ik stiekem naar het niet-leven. Zo helemaal glijden in het niets, het grondeloze, zoals dat er afgelopen woensdag zo sterk was. Dan voel ik me pas helemaal mijZelf. Toch is er het leven. Gek genoeg.


Uit het antwoord

Je ervaring met het vasten is erg waardevol. Je hebt belangrijke dingen herkend.
Omstandigheden zijn van grote invloed op het ervaren van je situatie. In het leven zijn vaak omstandigheden waarin gehechtheden, neigingen en dualiteit niet aanwezig zijn. Als dit duidelijk wordt herkend, kan dit een definitieve doorbraak betekenen. De non-dualiteit van niets en leven is dan blijvend duidelijk. Dan is er inderdaad spanningloosheid en typen samen. Dan is er ook geen afhankelijkheid meer van omstandigheden. Eten zal er zijn, zolang het leven doorgaat, maar er is geen hechting aan. Er is geen verborgen verlangen bij het eten betrokken om een gemis op te vullen. De identiteit van zelf-zijn is opengebroken, bevrijd.
Zolang en voor zover omstandigheden je zelf-zijn beïnvloeden (eten, relaties, enzovoort) is het dus raadzaam om verstandig en bewust met die omstandigheden om te gaan, zodat de herkenning van de non-duale openheid een grotere kans krijgt. Als deze doorbreekt is het duidelijk dat er geen afhankelijkheid is van de omstandigheden.
Prachtig toch?

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod