Herman Hesse (1877-1962)


In de jaren rond 1970 werd Hesse ontdekt door de jonge generatie die over de grenzen van het burgerlijke leven wilde gaan. Het boek dat toen het meest werd gelezen was Siddhartha (De Bezige Bij, Amsterdam 1971; oorspronkelijk Fisher Verlag, Berlin 1922). Vanuit het verlangen naar vrede en geluk voegt Siddhartha zich bij de strenge asceten. Maar, hij gaat zijn eigen weg. Geen leer kan zijn verlangen bevredigen, zelfs niet die van de Boeddha die hij ontmoet. Na een verlichtingservaring leert hij het leven kennen en stort zich in liefde en rijkdom. Na een lange periode bleek dit leven voldoende te zijn geweest en hij vlucht weg.

*

'Toen maakte zich uit de meest afgelegen gebieden van zijn ziel, uit een langvergeten verleden van zijn opgebrande leven een klank los. Het was een woord, een lettergreep, die hij gedachteloos met stamelende stem uitbracht, het oude woord, waarmee elk brahmaans gebed begonnen en besloten wordt, het heilige 'Om', dat ongeveer zoveel betekent als 'het volkomene' of 'de voleindiging'. En op hetzelfde moment, dat de klank 'Om' Siddhartha's oor bereikte ontwaakte zijn geest plotseling uit de sluimertoestand waarin hij verkeerd had, en zag de dwaasheid van zijn handelwijze in. ...
Wat al die kwellingen van de laatste tijd, al die ontgoocheling, die wanhoop niet tot stand had weten te brengen, bewerkte slechts dit ene ogenblik, toen het Om tot zijn bewustzijn doordrong: dat hij zichzelf herkende in zijn ellende en dwaling.
'Om' zei hij zacht voor zichzelf: 'Om'. En meteen wist hij weer alles, van Brahman, van het leven dat niet te verwoesten was, van al dat goddelijke, wat hem ontschoten was.'
(p. 83-84)

'En dat alles tezamen, al die stemmen, al die bestemmingen, al dat verlangen, al dat leed, al die vreugde, dat alles tezamen was de stroom van al wat gebeurt, was de muziek van het leven. En toen Siddhartha geconcentreerd naar deze stroom, naar dit duizendstemmige lied luisterde, toen hij geen verdriet of gelach meer hoorde, zijn ziel niet meer aan een bepaalde stem bond, en met zijn Ik daar niet meer in opging, maar alles hoorde, het geheel, slechts oor voor de eenheid had, toen bleek dat grote lied van die duizenden stemmen één woord te zijn, het Om: de voleindiging. ...
Op dit ogenblik hield Siddhartha op, om met het noodlot te vechten, hield hij op te lijden. Zijn gezicht bloeide op in het verlicht besef van dat weten, dat vrij is van driften en drijfveer, dat de voleindiging kent, dat in harmonie is met de stroom van wat gebeurt, met de levensstroom, zich in lief en leed geheel aan de stroom heeft overgegeven, deel uitmaakt van de eenheid. ...'
(p. 125-126)

*

Uit: Sprookjes, Bert Bakker, Amsterdam 1976

Gelijkenissen

Elke verschijningsvorm op aarde is een gelijkenis en elke gelijkenis is een open deur waardoor de ziel, indien zij bereid is, toegang kan verkrijgen tot 's werelds innerlijk, waar jij en ik, dag en nacht allemaal eender zijn. Ieder mens vindt in zijn leven deze open deur wel eens op zijn weg, iedereen wordt op een gegeven moment bevlogen door de gedachte dat al het zichtbare een gelijkenis is en dat achter deze gelijkenis de geest en het eeuwige leven schuilgaan. Doch slechts weinigen gaan door de deur naar binnen om de schone schijn op te geven voor de vagelijk bevroede werkelijkheid van het innerlijk.

*

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Pranayama

    Dit boek is een praktische handleiding bij het beoefenen van pranayama. Alle onderdelen van de traditionele pranayama komen hierbij aan bod.

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod