Leo N. Tolstoi (1805-1910)


De monumentale en magistrale roman Oorlog en vrede van graaf Leo Tolstoi bevat een gedetailleerde beschrijving van de Russische samenleving tijdens de oorlog tegen Napoleon (1805-1813). De aristocratie, de salons, maar ook het harde soldatenleven worden zeer uitvoerig en met groot psychologisch inzicht beschreven. Dat Tolstoi ook weet had van het non-dualistiche bewustzijn komt in bepaalde fragmenten, waarin de hoofdfiguren in een crisissituatie belanden, duidelijk naar voren. Zo verzeilt één van hen, Pierre, in Moskou tijdens de belegering door de Fransen. Moskou wordt bezet, Pierre komt in krijgsgevangenschap en dreigt geëxecuteerd te worden. Hij ziet hoe de andere gevangenen een voor een worden doodgeschoten, maar zelf blijft hij gespaard. Met een aantal medegevangenen wordt hij in een oude schuur opgesloten en daar maakt hij kennis met een eenvoudige soldaat, Platon Karatajew. In de beschrijving van deze laatste komt het beeld naar voren van een volledig gerealiseerd mens.
[K.W.]

*

Karatajew had geen bijzondere banden, geen grote liefde of vriendschap in zijn leven, zo begreep Pierre, maar hij leefde en had lief in en met alle dingen en mensen om zich heen. Hij had niet één mens boven alle anderen lief, neen, hij onderging het leven op zijn eigen wijze in de mensen die zijn weg kruisten. Hij hield van zijn straathond, van zijn makkers, van de Fransen en van zijn slapie, Pierre, maar Pierre voelde dat Karatajew hem, ook al zouden ze scheiden, geen ogenblijk zou betreuren. En evenzo ontwikkelden zich Pierre’s gevoelens voor Platon.
De andere gevangenen beschouwden Karatajew als een gewoon soldaat; ze staken op goedhartige wijze de draak met hem en lieten hem boodschappen lopen. Maar Pierre bleef hem zien zoals hij hem de eerste avond had leren kennen: als een eeuwig stralende, ondoorgrondelijke belichaming van eenvoud en waarachtigheid.
Platon Karatajew had niets van buiten geleerd of het moesten dan zijn gebeden zijn. Als hij praatte leek het of hij niet wist wat hij straks ging zeggen.
Soms vroeg Pierre, getroffen door de diepzinnigheid van een zegswijze, die te herhalen. Maar Platon wist nooit meer wat hij het moment daarvoor had gezegd. Hij slaagde er evenmin in voor Pierre de woorden van zijn lievelingslied goed op te zeggen – hij wisselde vele malen van gedaante en ofschoon er een vast aantal woorden in voorkwamen – zoals ‘geboorte’ en berkeboompje’ en ‘mijn hart heeft heimwee’ – kreeg het lied pas zin als hij het zong. Want de gesproken woorden begreep hij er zelf niet van – het was een lied en moest gezongen worden. Alles wat hij zei en deed was een uiting van een diep innerlijk leven dat hij zelf niet kende. Zijn eigen leven, zoals hij erover sprak, scheen hem van nul en gener waarde te zijn – het was een deeltje van het grote leven, waarvan hij zich meer bewust was. Zijn woorden en daden welden steeds even spontaan en gelijkmatig uit hem op als honinggeur die een bloem ontstijgt. De waarde en betekenis van een afzonderlijk woord, een afzonderlijke daad, ontgingen hem ten ene male.

Uit: Oorlog en vrede, deel 2, Rainbow Pocketboeken 1999

*

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • Chakrayoga

    Yoga is de weg naar bevrijding van de beperkingen in alle onderdelen van het bestaan. Dit boek richt zich op de bevrijding van de verschillende levensenergieën: de mentale, expressieve, gevoelsmatige, vitale, seksuele en andere energieën.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod