Melly Uyldert
Uit: Mijn hart is aan de overzijde, De Driehoek, Amsterdam 1975, p. 70
*
Zelfherkenning
Dit vreemdelingschap: overal thuis te zijn en nergens,
met allen kunnen omgaan en met niemand bevriend zijn
in allen iets vinden en in allen iets missen,
in allen iets van zichzelf herkennen en aan niemand gelijk zijn.
Maar o: geen tweeheid meer, alle tweeheid opgelost in de eenheid,
alleen nog een enkel teveel of te kort,
reeds bezig zich ritmisch te verevenwichtigen.
De grote rust van het voltooide inzicht, dat groeit in wijsheid en intensiteit.
Te weten de absolute ondoodbaarheid van het Goddelijke leven
dat zich door alles heen handhaaft,
dat door de loochening van zichzelve heen onaangetast blijft
De rust van te mogen zien
naar het zichzelf voltrekkende;
deze nieuwe wijze van verantwoordelijkheid,
die alleen nog laten is.
*
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.