46. Niks niet openheid

.. Het raakte mij tot in mijn hart, tot in mijn ziel.  Het liefst had ik het uitgeschreeuwd en was ik op de grond gevallen.
Op dat moment was het kennelijk nodig voor mij om het oude ik er even bij te halen en die vertelde mij dat ik het toch echt niet maken kon om hier mezelf te laten gaan.
Vervolgens worstelde ik om overeind te blijven. Het lukte redelijk tot vijf minuten voor het einde. Ik rende naar de gang en hing als een vaatdoek op de trap.
Ik zag een ik die dit soort reactie helemaal niet leuk vind. Niks niet Openheid. Misschien is het wel een oud patroon. Het hele weekend heeft het door gewerkt.
Mijn vraag is eigenlijk: mag ik de tijd nemen om door dat  verdriet heen te gaan, of moet ik zo snel mogelijk die Openheid zoeken? In het laatste geval heb ik het gevoel of ik het weg ga duwen en dat het er niet wezen mag.


Uit het antwoord

Laten we vaststellen dat wat er gebeurde iets essentieels is, iets dat op een gegeven moment wel moet doorgaan.
Als daar te grote weerstand bij komt, zul je toch zoveel mogelijk bij die grens moeten blijven. Natuurlijk moet je daarin niet forceren - wees daarbij op gevoelige wijze verstandig. Toch zal het moeten doorwerken; dus laat dat grote toe, totdat het zich vanzelf doorzet.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod