57. Relaties: zelfstandigheid en hartgevoel


Tijdens ons gesprekje zaterdagavond zei je dat ik mijn hart meer moest laten opengaan.
Ik merk dat als ik mijn hart meer laat open komen, ik steeds meer pijn en eenzaamheid voel.
Ook heb ik de ervaring dat hoe meer ik geef, met mijn hart open, op dat moment zonder verwachting, hoe meer mensen van mijn profiteren. Maar ik vermoed dat het betekent dat ik het niet onvoorwaardelijk deed? Maar is dat niet ergens normaal dat er op een bepaald een grens is waarop het geven teveel wordt? Moet ik op een bepaald dan toch op de rem staan en op mijn strepen gaan staan ?
Als je de ander vrijheid geeft, hoelang blijf je dan geven zonder frustratie ? Meer openheid geeft toch niet meer vreugde, of wel?


Uit het antwoord

Het belangrijkste is dat je zelfstandigheid ervaart. Als het goed is, zit dat er meteen bij met de hartmeditatie. Je gaat terug naar jezelf, in jezelf en je bent jezelf. Begin eventueel met een terugkeer naar je algemene lichaamsgevoel, lichamelijk zelfgevoel. Dat gevoelsmatige zelf-zijn zul je eerst moeten herkennen.
Dan gaat de gevoelsmatige herkenning verder, meer naar het hart, meer naar het centrum van je zelf-zijn, dieper en hoger. Dan blijft dat zelf-zijn ook meer stabiel in je bewustzijn.
Dan blijkt dat hoe zelf-standiger je wordt, des opener je wordt. Je hart komt open en de energie van de pijn die er zit, lost op in de ruimte. Ook in je relaties kom je open, zonder je zelfstandigheid te verliezen.
In een relatie gaat het niet om het openen van het hart als alleen maar toegeven. Je blijft zelfstandig en van daaruit ben je naar de ander open, houd je van de ander, laat je de ander ook zelfstandig.
Op praktisch vlak zal altijd de redelijkheid moeten spelen. Die kun je ook aanhouden en aan de ander laten zien als het nodig is. De grenzen die er praktisch zijn, betekenen geen geslotenheid ten opzichte van de ander. De liefdevolle openheid blijft, egoloosheid blijft bij alle praktische redelijkheid, een helder en ontspannen zelf-zijn blijft. Dan zijn er geen echte problemen.
Ik hoop dat je dit alles kunt ervaren. Je kunt je er op toeleggen, ook zonder formele meditatie. Dan komt de vreugde vanzelf, zonder vanuit een ik te zoeken.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod