Jnanadeva
Jnandev, ook wel Jnaneshwhar genoemd, leefde in de dertiende eeuw in Maharasthtra in India. Zijn commentaar op de Bhagavad Gita, de Jnanesvari, was het eerste belangrijke werk geschreven in het Marathi. Jnandev was ook de auteur van een mystiek gedicht Anubhavamrt genaamd en een korter gedicht met de titel Gangdevpasasti. Aan hem worden ook een aantal liederen in de varkari stijl toegeschreven en nog andere liederen die uiting geven aan de leringen van de nath yogis. Geleerden zijn het er niet over eens of de auteur van de Jnanesvari, die op eenentwintig jarige leeftijd gestorven is, inderdaad de auteur van al deze werken is. Jnandev wordt hier gepresenteerd door middel van enkele korte gedeelten uit de Anubhavamrt. Dit werk, dat ook wel eens de Amrtanubhav wordt genoemd, bestaat uit achthonderd strofen die een non-duale filosofie tot uiting brengen. De vertaling van de titel luidt ‘Onsterfelijke ervaring’ of ook wel ‘De nectar van ervaring’. Het gedicht is duidelijk doordrongen van Jnandev’s op eigen ervaring gebaseerde inzichten.
Zij is het lichaam van haar minnaar
Haar minnaar is de bevalligheid van haar wezen
Zij verlustigen zich in elkaar
Volledig in elkaar overgegaan
Zoals wind vergroeid is met beweging
En er geen goud is zonder gloed
Zo zijn Shiva en Shakti
Eén geheel
Tasten voor de hand
Een beeld voor het oog
Zoete spijs voor de tong
Dat is het Ene…..
Het ogenblik dat de zintuigen
Verbinding maken met een object
Op dat ogenblik
Worden ze één……
Hier vallen motieven weg
Maar men keert zich niet af
Alles verandert
In Zelfervaring
Eenheid wordt
Een speelveld van dualiteit
Hoe meer differentiatie
Des te meer verbinding
Het genieten van de zintuigen door het Zelf
Overtreft Absolute Gelukzaligheid
God en aanbidder vermengen zich
In het huis van Bhakti……
Als Hij een aanbidder wil scheppen
Die Hem trouw zal dienen
Dan kan enkel God zelf
Die aanbidder zijn
Om zijn eigen namen te reciteren
Om over Hemzelf te mediteren
Om een onwankelbaar geloof te bezitten
Is enkel voor God mogelijk
Waar men ook heen gaat
Het is een pelgrimstocht van Shiva
En naar Shiva gaan
Is nergens naar toe gaan
Wandelen en zitten
Worden één
En op die plaats
Houden wonderen niet op te bestaan
Wat men ook ziet
En welke vorm het ook heeft
Men viert slechts
Het zien van Shiva………
O Shiva, mijn Heer! O Almachtige!
Je hebt iemand tot enige heerser gemaakt
Van dit koninkrijk
Van absolute gelukzaligheid
Je hebt het gewaarzijn bezield
Je hebt het onbewuste in slaap gesust
Iemand is voor zichzelf
Jouw wonder geworden
Uit: Indian Religions, A historical reader of spiritual expression and experience, Edited by Peter Heehs, New York University Press, New York 2002
(J.C.)
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.