Seng-tsan, Over geloven in de Geest


Dit gedicht is van de hand van Seng-tsan, in Japan bekend onder de naam Sosan. Hij was de derde Zenpatriarch in China. Zijn geboortedatum is niet bekend, hij stierf echter zeer waarschijnlijk omstreeks 606. Als patriarch was hij de opvolger van Hui-ko en de leraar van Tao-hsin. Er zijn niet veel details bekend over het leven van Seng-tsan, maar over zijn ontmoeting met Hui-ko doen veel legendes de ronde. Volgens een van deze legendes leed Seng-tsan aan lepra toen hij de tweede patriarch ontmoette. Er wordt gezegd dat Hui-ko hem aansprak met de woorden: “Je bent melaats, wat wil je van me?” Seng-tsan zou geantwoord hebben: ”Mijn lichaam is dan wel ziek, maar de Geest van een ziek iemand is niet verschillend van uw Geest”. Dit antwoord overtuigde Hui-ko van de spirituele mogelijkheden van Seng-tsan, hij nam hem aan als zijn leerling en benoemde hem later tot zijn opvolger.
Tijdens de vervolging van de boeddhisten in 574 in China moest Seng-tsan een geestesziekte veinzen om aan executie te ontkomen. Hij wist te ontsnappen en verborg zich tien jaar op de berg Huan-kung. Er wordt gezegd dat door zijn aanwezigheid de wilde tijgers gekalmeerd werden en geen last meer bezorgden aan de dorpelingen uit de omgeving.
Onderstaand gedicht is een van de eerste Zen geschriften. Het zet de basisgedachten van Zen uiteen in een poëtische vorm en het vertoont sterk Taoïstische invloeden. Het is het eerste gedicht waarin de voor het latere Zen zo karakteristieke verbinding wordt gelegd tussen het Mahayana Boeddhisme en het Taoïsme.
In dit gedicht worden meerdere benamingen gebruikt om datgene aan te duiden waarvan in de laatste strofe gezegd wordt dat ten aanzien hiervan woorden tekortschieten. Daisetz Teitaro Suzuki zegt in een voetnoot bij deze tekst: “The Mind = The Way = The One = Emptiness”. Hij had er nog meer termen aan toe kunnen voegen. Alle woorden die naar Dat verwijzen wat niet in woorden gevat kan worden, zijn in deze tekst van een hoofdletter voorzien. Het is echter altijd nuttig om het advies van Chuang-Tzu in het achterhoofd te houden: “Woorden zijn er om een diepere betekenis over te brengen, probeer deze betekenis te achterhalen en de woorden te vergeten”.


Het Perfecte Pad kent geen problemen,
Enkel het feit dat het geen voorkeuren tolereert;
Slechts wanneer men vrij is van haat en liefde,
Laat Het zijn ware gezicht zien.

Een millimeter verschil
En hemel en aarde splitsen zich;
Als je Het met je eigen ogen wilt zien,
Dan kun je je geen gedachten voor of tegen permitteren.

Voorkeur en afkeer tegenover elkaar plaatsen
Is de ziekte van de geest:
Als er geen begrip is voor de waarheid van het Pad,
Dan wordt de geestesrust op zinloze wijze verstoord.

Het Pad is volmaakt zoals de ruimte uitgebreid is,
Niets ontbreekt en niets is overbodig.
Het is inderdaad aan het maken van keuzes te wijten
Dat de Ene Werkelijkheid uit het oog verloren wordt.

Raak niet verstrikt in verwikkelingen buiten je,
Verwijl niet in de innerlijke leegte;
Verblijf sereen in de Eenheid der dingen
En elke vorm van dualisme verdwijnt vanzelf.

Wanneer je rust tracht te bereiken door beweging te stoppen,
Dan is de bereikte rust altijd in beweging;
Zolang je je ophoudt in dualisme,
Hoe kun je dan Eenheid realiseren?

Als Eenheid niet door en door gerealiseerd is,
Wordt er op twee manieren verlies geleden:
Het ontkennen van de wereld is er voedsel aan geven
En het vaststellen der leegte is de ontkenning ervan.

Hoe meer gehechtheid aan woorden en verstand,
Des te meer raken we van het Pad verwijderd;
Als we bevrijd zijn van woorden en verstand
Is er geen enkele plaats waar we ons niet vrijelijk kunnen bewegen.

Als we naar binnen keren komen we dichter bij de waarheid,
Als we uitwendige objecten najagen verliezen we de zin van alles uit het oog.
Op het moment dat we inwendig verlicht zijn
Overstijgen we de leegte van een wereld die niet met ons samenvalt.

Veranderingen in een lege wereld buiten ons
Schijnen slechts werkelijk door onwetendheid;
Ga niet op zoek naar de waarheid,
Houd er slechts mee op om opinies te koesteren.

Verblijf niet in dualisme,
Vermijd zorgvuldig om je ermee van doen te hebben;
Zodra er sprake is van goed en fout,
Ontstaat er verwarring en is de Geest verloren.

Tegengestelden bestaan dankzij het Ene,
Maar ze blijven niet trouw aan het Ene;
Als het denken volledig tot rust is gekomen,
Dan levert de wereld der tienduizend dingen geen problemen op.

Geen problemen en geen wereld,
Er is geen enkele verstoring en het denken hoeft niets op te lossen;
Het subject komt tot rust als het object verdwijnt,
Het object verdwijnt als het subject tot rust komt.

Het object is enkel een object voor een subject,
Het subject is slechts subject met betrekking tot een object;
Weet dat deze twee slechts in relatie tot elkaar bestaan
En kom uiteindelijk tot rust in Een Leegte.

In Een Leegte zijn er geen tegenstellingen,
Elk ding bevat in zichzelf alle andere dingen;
Als er geen onderscheid tussen dit en dat wordt gemaakt,
Hoe kan er dan een eenzijdige, bevooroordeelde blik ontstaan?

Het Pad is kalm en ruimhartig,
Voor haar is niets makkelijk en niets moeilijk;
Op een bekrompen blik kun je niet bouwen,
Hoe meer ze zich haast, des te trager gaat ze.

Gehechtheid kent geen grenzen,
Daarom leidt gehechtheid altijd tot problemen;
Laat gehechtheid varen en dingen volgen hun eigen loop,
Terwijl de Essentie noch hier noch  elders is.

Gehoorzaam aan de aard der dingen en je bent in harmonie met het Pad,
Kalm, op je gemak en vrij van ergernissen;
Wanneer je gedachten zich ergens aan hechten verwijder je je van de waarheid,
Je gedachten worden zwaarder en trager en niet meer te vertrouwen.

Wanneer je ze niet kunt vertrouwen dan is het denken in de war;
Wat is het nut van vooringenomenheid en eenzijdigheid?
Als je volkomen in harmonie met het Ene Voertuig wilt zijn,
Dan moet je onbevooroordeeld zijn ten opzichte van zintuiglijke objecten.

Wanneer je geen vooroordelen hebt ten aanzien van zintuiglijke objecten,
Dan ben je één met Verlichting;
Wijzen doen door niet te doen,
Terwijl onwetenden zich in de nesten werken.

Terwijl er in de Dharma geen individueel object te onderscheiden valt,
Hechten de onwetenden zich aan afzonderlijke objecten.
Het is hun eigen geest die illusies creëert,
Is dat niet volkomen in tegenspraak met zichzelf?

Onwetenden koesteren het idee van rust en onrust,
Een verlicht iemand kent geen voorkeur of afkeur;
Alle mogelijke vormen van dualisme,
Zijn door onwetenden zelf voortgebracht.

Het zijn slechts luchtspiegelingen,
Waarom zouden we ons daarmee bezighouden?
Winst en verlies, goed en kwaad –
Weg ermee en voorgoed!

Als de ogen niet gesloten worden,
Dan verdwijnen alle dromen vanzelf;
Als de Geest volkomen zichzelf blijft,
Dan hebben alle dingen één en dezelfde Natuur.

Wanneer dit mysterie eenmaal doorgrond wordt,
Dan vergeten we terstond alle uitwendige beslommeringen;
Als alle dingen in hun Eenheid worden gezien,
Dan keren we terug naar de Oorsprong en verblijven we waar we altijd geweest zijn.

Vraag niet “Waarom?” en overstijg overeenkomsten en verschillen;
Als beweging stopt is er geen beweging meer,
Als rust in beweging komt is de rust verdwenen,
Als er geen dualisme is, dan is het zelfs overbodig om over Eenheid te spreken.

De uiteindelijke bedoeling van alle dingen
Wordt niet bepaald door regels en maatstaven:
In de Geest is alles identiek
En daarmee komen alle worstelingen tot een eind.

Twijfels en onstandvastigheid worden weggevaagd
En het geloof in de Waarheid wordt versterkt,
Er wordt niets achtergelaten
En er wordt ook niets vastgehouden.

Alles is leeg, helder en zichzelf verlichtend,
Er worden geen inspanningen geleverd en er is geen energieverspilling;
Dit is een toestand die het denken nooit kan bereiken,
Dit is een toestand die het voorstellingsvermogen te boven gaat.

In het koninkrijk van de ware Natuur
Is er geen “zelf” en geen “ander”;
Wanneer we op zoek zijn naar de Opperste Waarheid
Dan kunnen we slechts zeggen “niet-twee”.

In het niet-twee-zijn is alles hetzelfde,
Al wat er is wordt erdoor omvat;
De wijzen uit alle windstreken
Gaan deze Absolute Geest binnen.

Deze Absolute Geest is voorbij tijd en ruimte,
Voor haar is één ogenblik gelijk aan tienduizend jaar;
Of we het nu wel zien of niet,
Alles is een manifestatie hiervan.

Oneindig kleine dingen zijn even groot als de allergrootste,
Want hier zijn uitwendige condities niet van toepassing;
Oneindig grote dingen zijn even klein als de allerkleinste,
Objectieve grenzen tellen hier niet.

Datgene wat is, is hetzelfde als datgene wat niet is,
Wat niet is, is hetzelfde als wat is;
Waar deze toestand der dingen niet heerst,
Inderdaad, daar moet je niet verblijven.

Een in Alles,
Alles in Een.
Als dit gerealiseerd is
Hoef je je geen zorgen meer te maken over het feit dat je niet perfect bent.

Waar de Geest en iedere daarin gelovende geest samenvallen,
Waar iedere gelovende geest en de Geest samenvallen,
Daar schieten woorden tekort,
Want verleden, heden en toekomst zijn daar niet van toepassing.


Uit: Manual of Zen Buddhism van D.T. Suzuki, Grove Press, New York. Een iets andere en enigszins ingekorte versie is opgenomen in History of Mysticism van S. Abhyananda, Atma Books, Olympia, Washington.

(J.C.)



















Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod