08 - oktober 2005 - Over Heling
'Er is geen andere weg dan op de 'Oproep iets te zeggen over lichamelijke overgevoeligheid' (Advaita Post 6-17) te reageren.
Dit alles wordt geschreven vanuit de dualiteit.
Al van jongs af aan was er de gedachte op de achtergrond, 'Wat doe ik hier?' en 'Ik hoor hier niet' en 'waarom ik?' Begreep ook de 'anderen' niet die over allerlei kleine zaken zo ontzettend konden zeuren, in mijn ogen. Later zag ik: ieder vindt zijn eigen pijn het ergst (en dat gold ook voor mijzelf natuurlijk).
Als kind was ik altijd ziek: astma, en kon daarom nooit mee doen met de 'gewone' kinderen. Vervolgens, alles wat er als 'ziekte' voorbij kwam was erger dan dat een 'ander' die kreeg. Bijvoorbeeld, een zoen van een Italiaans vakantievriendje en de ziekte van Pfeiffer was het resultaat. Maar zo erg dat ik in het ziekenhuis de besmette boxen in moest en daar een paar weken helemaal niets mocht doen. Ben jaren allergisch geweest voor 18 dingen, de arts verwees me naar Zwitserland, boven in de bergen zou ik geen last meer hebben; gemakkelijk gezegd voor een gehuwde vrouw met 2 kinderen. Die allergie uitte zich in verschijnselen. Iedere ademhaling was een hoest, ontstekingen en schimmel in de keel (erg pijnlijk), totale uitputting, tranende ogen, uiteindelijk depressiviteit, niet meer praten. Slijmbeursontstekingen vooral in de (vanaf geboorte onvolgroeide) knieën. Jaren lang altijd pijn, niet lang kunnen lopen, niet kunnen fietsen (stel je dit even voor) Daarom wel: veel Stil gezeten, er was niets anders. Maar niet Stil, de stilte werd opgevuld met lezen, tv kijken, en ook met verdrietige gedachten. Het voelde heel verdrietig, eenzaam en ellendig. Maar wel altijd doorgegaan met yogalessen geven, echtgenoot stimuleerde dat, 'anders zou je helemaal niet meer kunnen functioneren en zou alles nog veel erger zijn' De liefde van hem, de kinderen en van vriendinnen hielden me op de been. Evenals de prachtige ervaringen die ik al vanaf jong kind had zoals 'begeleiders' ik zag ze in het witte licht, ze waren zonder een gezicht, en het was altijd even mooi. En mijn dagelijks gebed met God, God en ik waren al van jongs af aan één zo was de ervaring.
Maar ook alle weerstand was weg, de winters waren vol ziekte, griep enzovoort. Ik ging wel eens op pad om les te geven met zulke medicijnen, om niet te hoesten bijvoorbeeld, dat ik wel eens dacht: 'is dit nog wel verantwoord', maar het bleek altijd goed om nog les te geven, de mensen kwamen vanzelf, ze zagen/merkten niets van dit alles en ze bleven komen.
De artsen konden me niet helpen, er was medisch niets aan te doen.
Vijftien geleden, ineens angina pectoris. Vreselijke pijn, kramp in de hartspier. Zo erg dat ik er als het ware naast ging staan en zo geen pijn ervoer. Erin gaan, in die pijn, was onmogelijk dat was te erg. Werd gek van de pijn die soms uren duurde. Zo erg dat er op een keer toen de pijn op zijn zwaarst was er een keuze ontstond: sterven of leven. Tot mijn eigen verrassing werd er voor 'leven' 'gekozen' Twee keer op de hartbewaking, twee keer een kijkoperatie. In het ziekenhuis zagen ze dat ik zelfs in de slaap lag te kronkelen van de pijn. Het hart was oké, de slagaders ook. Het waren de kleine bloedvaatjes die verkrampten en waardoor er geen zuurstof in de hartspier kwam. Syndroom van X noemden ze het. Zware medicijnen met de nodige bijwerkingen. Gelukkig ontstond er samen met de huisarts een programma waardoor ik kon afbouwen en het niet meer nodig had. Dit ontstond omdat ik een keer heel direct ervoer 'Ik wil niet ziek zijn'
Vijf jaar geleden, ontzettende migraine. Geen arts kon er iets aan doen. Iedere week lag ik wel 2 dagen op bed, in het donker, viel af omdat ik geen eten kon verdragen, geen licht. Moest stoppen met yogales geven. Het voorhoofd brandde zo erg. Ervaringen zoals wegvloeien, diep wegzakken, tot het diepste van het diepst. Of een ster zijn en daarna opbranden. Veel hitte was er steeds, ik verteerde zo voelde het en dat proefde ik ook in mijn mond. Geluiden horen: prachtige maar ook lelijke. Kleuren zien, veel helderder dan wanneer ik zoals gewoonlijk door mijn ogen keek. Mijn eigen hersenen zien onder mijn gesloten ogen. Door de overgang was er ook nog het vloeien wat er bij kwam, ik vloeide als het ware mee, er was volledige overgave. Had zo 'dood' kunnen gaan (was toen de gedachte) er was niets meer wat tegenhield. Eens keek ik in de spiegel die aan de muur hing tegenover het bed met brandende voorhoofdspijn en zag mezelf als een foto maar dan het negatief ervan. Vervolgens een stralenkrans om mijn hoofd, ik wist niet wat ik zag 'Mooi!' Viel in slaap en toen ik weer wakker werd zag ik het nog steeds. Een rand van licht van een paar centimeter om het hoofd, prachtig. Eens zag ik, dacht ik, een bruiloft. 'Ik' was (in) de bloem, 'ik 'was (in) de auto,'ik' was (in) de kist. Zag dat het een begrafenisstoet was.
Zo waren er veel constateringen, directe. Dus: totale overgave, aan alles, echt alles dat was er.
Intussen Douwe leren kennen. Ik zocht niemand meer, had me al overal bij neergelegd, dit is het dan. Maar toch, via de Erasmus. Hij zag dat er hulp kon zijn en bood dat aan. Ook Ayurvedische geneeswijze kwam op mijn pad en.. de migraine verdween. De 'weerstand' is weer terug, ben niet voortdurend 'ziek' meer. Kan lopen, kan fietsen, kan werken. Liefde/Licht is er voor in plaats.
Liefde, via Douwe ervaren, evenals Licht: dát is de mens. Al het andere zijn verschijnselen. Inclusief de dankbaarheid voor een leraar, die leraar lost ook op. (De menselijke dankbaarheid blijft blijkbaar wel) Ze komen voorbij. Ook 'ziek zijn', of een eventuele operatie die binnenkort ondergaan wordt hoort daar gewoon bij. 'Ik ben' het niet specifiek. Het lichaam is de natuur. Waarom bloeit een bloem? Een bloem bloeit omDat hij bloeit. Het leven speelt zijn eigen spel, is (als) de natuur en dat is oké. Lichaam, ziektes, ze hebben geen enkele grond van bestaan. Zoiets als: Het is alsof je op de bodem van de oceaan staat en je ziet boven je de rimpelingen en golven en het heeft niets met jou te maken. Het is Stil. En daarmee wordt niet de stilte bedoeld waarover ik het in het begin van deze brief had, die stilte werd met van alles opgevuld. Maar heel helder: Als het StiI is is het stil, heel simpel.
Stiltedagen schijnen belangrijk te kunnen zijn voor 'zieken' en dit is zelf geconstateerd. Na een kleine slagaderlijke bloeding en een bloedtransfusie kwam er blijkbaar grote lichamelijke vermoeidheid langs. Na een Stiltedag bij Douwe in Gouda kwam de ommekeer daarin, zie brief 5 bij Brieven op de website van het advaitacentrum.'
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.