10-10-2003 Brugge

10 oktober 2003

Uit de brieven die ik kreeg, begreep ik dat de vorige advaita-bijeenkomst weer boeiend en nuttig is geweest, juist ook door de strubbelingen die naar meer openheid leidden. Ivan formuleerde een ‘eindconclusie’: "Alles is Liefde en de angst of onrust die opkomt is meestal het gevolg van een overdreven persoonsgebonden belang dat we hebben in het gebeuren. Zie dat in en alles kan vrijer zijn beloop hebben. Angst en onrust hoeven dan niet zo nodig meer weggeduwd te worden, ze maken deel uit van het leven. Als inwendig uiteindelijk zoveel losgelaten en tot rust is gekomen, dat er niets meer hoeft en alles als vanzelf gaat, ook in de omgeving, dan moet dat prachtig zijn.

Van Danny Senesael zag ik een mooie weergave van wat er op de bijeenkomst in Ter Loo naar voren kwam. Het is de moeite waard dit nog eens op rustige wijze op je in te laten werken.

Een vraag voor de volgende bijeenkomst betreft de relatie tussen inzicht in openheid en de dagelijkse praktijk. Dit inzicht blijkt vaak moeilijk door te werken in het leven van alledag. Dat is een punt dat veel mensen ervaren bij wie een zekere herkenning heeft plaatsgevonden. Kijk dan nog eens naar die herkenning. Het is een herkenning van de onbegrensdheid van jezelf en het daardoor verdwijnen van de egocentriciteit. Als je weer op de oude manier in het leven met alle drukte gaat staan, komt die structuur met ‘ik’ in het centrum weer terug. Het is dan van belang om die overgang heel goed te leren kennen. Als er vrijheid van jezelf is, stel je dit intern vast in het nu. Dat nu met die vaststelling kan er altijd blijven, als je je niet laat afleiden, als je voortdurend in dat nu van vrijheid blijft. Wees dus helder en zie de eerste neiging tot verenging opkomen. De kracht ervan is dan niet sterk, zodat zij verdwijnt als je vanuit je helder-zijn haar beperkende aard doorziet. Blijf op heldere wijze bij jezelf, dan verliest elke neiging haar beperkende kracht en verdwijnt. Probeer dit eerst uit in een rustige situatie, bijvoorbeeld in meditatie,.maar dan ook met de ogen open, in het lopen, enzovoort. Bouw dit langzaam uit, zodat de helderheid niet verdwijnt. Als dat gebeurt, ga hier dan niet op reageren, maar keer terug naar de helderhed van zelf-zijn. Zo zal de oude gewoonte, hoe diep die ook geworteld zit, verdwijnen. Zo zal ook de scheiding tussen de oriëntatie op openheid en het praktische leven (vraag van Carine) verdwijnen.

Er was nog een vraag over de steeds dieper gaande meditatie. Wat te doen als deze beweging stopt? Natuurlijk is er niets te doen in deze sfeer. Het gaat om een verdere ontspanning, terwijl er een interne helderheid blijft. Het enige is dus om in die helderheid te blijven zitten op het ‘diepste’ punt van ontspanning. Dus in meditatie laat je je zakken en dan blijf je op het niveau zitten waar de beweging van het zakken stopt. Door de helderheid is er een verdergaande ontspanning mogelijk, misschien pas na een tijdje, maar deze gaat dan door. Soms is er geen probleem en is er een direct verglijden in openheid. Soms is er een vroegtijdig stoppen van deze beweging, maar daarna is er ook weer dat verglijden in openheid die direct is. Laat die beweging dus maar direct radicaal doorgaan. Dat is geen discipline, terwijl het toch nuttig is om in een bepaalde fase elke dag speciaal te gaan zitten in meditatie.

Ten slotte nog de vraag over de opmerking in de vorige brief over de ballon met het gaatje. Die opmerking stond na de vraag over radicaliteit. Als iemand de openheid in principe ervaart hoeft er, net als bij een opgeblazen ballon, maar een klein gaatje geprikt te worden, om de hele ballon uit elkaar te laten ploffen …

Op de volgende bijeenkomst zou het goed zijn met de meditatie die boven staat aangeduid (en zie het begin van het verslag van Danny) te beginnen. Ga dan nog eens na of het duidelijk is wat ik boven zeg over de relatie tussen inzicht en praktijk. Is dat duidelijk? In komende tijd is dat uit te proberen. In hoeverre lukt het om zo open te blijven?

Iedereen een hartelijke groet, in liefde en openheid,

Douwe


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Chakrayoga

    Yoga is de weg naar bevrijding van de beperkingen in alle onderdelen van het bestaan. Dit boek richt zich op de bevrijding van de verschillende levensenergieën: de mentale, expressieve, gevoelsmatige, vitale, seksuele en andere energieën.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod