14-11-2003 Brugge

Brief 3 aan de Advaita-groep Brugge

14 november 2003

Ivan meldde me dat er op de vorige advaita-bijeenkomst begin november veel herkenning en openheid was. Daarom gaat het: het herkennen van steeds meer ruimte. Daarin lost zich alles wat vastzit en inperkt op.

Er was nog een onduidelijkheid over het beeld van de ballon. Om het nog eens helemaal te verklaren: de ballon is je opgezwollen ‘ik’; van buiten komt er een gaatje in, dat wil zeggen, de grote openheid laat iets van zich merken; dit gaatje, deze breuk, deze minieme opening gaat niet meer dicht, maar manifesteert zich vanzelf overweldigend, laat het hele ‘ik’ ontploffen. Dat is de radicaliteit. Wat blijft over?

De vragen die, zo begreep ik, op de volgende bijeenkomst naar voren zullen komen gingen vooral over de eigen zelfstandigheid en de relatie met een leraar. Daarover kan ik in het kort het volgende zeggen.

1. Het gaat om ieders vrijheid en openheid in radicale zin. Dat houdt ook in een radicale zelfstandigheid en onafhankelijkheid.
2. De onafhankelijkheid betreft alle externe en interne condities. Het gaat om een opheffing van beperkingen van je eigen zijnswijze, je eigen identiteit. Als dit zich volledig doorzet, hoeft er niets meer te gebeuren. Als dit zich niet verwezenlijkt, blijkbaar wel.
3. In die laatste situatie kan er een herkenning zijn van wat iemand zegt, doet of is, waardoor die vrijheid en openheid zich meer kan manifesteren. Diegene is dan blijkbaar je leraar op dit punt. Er is niet zomaar iemand met een bordje ‘leraar’ op de deur. Alleen in de praktijk kun je zeggen dat je van iemand iets hebt geleerd.
4. Dit leren vindt plaats vanuit je eigen zelfstandige zelf-zijn. Van daaruit stel je vast of je iets hebt geleerd en of het de moeite waard is je open te stellen voor wat hij of zij leert. Dit openstellen is geen afhankelijk worden, want wat geleerd wordt is juist vrij te worden.
5. Je open stellen doe je voor de openheid die je in of via de ander ervaart, nergens anders voor. Dat is de openheid die zich dan sterker gaat manifesteren en oplossend werkt.
6. In de traditie vind je de uitspraak - en zo heb ik dat ook ervaren - dat de aanwezigheid van een gerealiseerde openheid doorslaggevend is bij de werkelijke verlichting.


Ik hoop dat dit duidelijk is. Het gaat niet om een algemene leer die je al of niet verdedigt. Houd het eenvoudig, door bij je eigen ervaring te blijven. Jullie zouden kunnen nagaan in hoeverre je elke bovenstaande stelling kunt herkennen.

Alle goeds gewenst, ook bij de volgende bijeenkomst.

Iedereen een hartelijke groet, in liefde en openheid,

Douwe


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod