Jaargang 2003
Inhoud
Jaargang 2003
- 3-1 Wat blijft er over als de tijd stilstaat?
- 3-10 Wat voor realiteit heeft je zeepbel?
- 3-11 De verwarde mens die.......
- 3-12 Je weet wat er moet gebeuren; laat het dan ook maar gebeuren
- 3-13 Het enige is: meditatief bij dit ‘weten’ van jeZelf te blijven, en daarmee weer samen te vallen
- 3-14 Wie heeft er nog wat?
- 3-15 Vrijheid vieren: in stille openheid de energieën spontaan kosmisch laten stromen
- 3-16 Alleen de fundamentele relativering en het mededogen heffen het lijden op
- 3-17 Zodra de openheid zich kan manifesteren in een relatie......
- 3-18 Liefde wordt nooit gefrustreerd, omdat in haar geen verlangens zijn
- 3-19 Elke ervaring van dingen buiten is ook altijd zelfervaring; ze verwijst naar verlichting
- 3-2 Voorafgaande aan het geloof staat de eigen vaststelling van de eigen oorspronkelijke staat
- 3-20 Je weet: wanneer er een kleine bres in de dijk is, is de zee niet meer te houden
- 3-21 Herken je zelf-zijn voorafgaande aan woorden
- 3-22 Als je je werkelijk met de betekenis van de woorden mee laat gaan
- 3-23 Breng steeds weer de aandacht die je voor de verschijnselen hebt letterlijk terug naar de bron
- 3-24 Zie wat het zelf-zijn en de dingen an-sich zijn. Over blijft leegte.
- 3-25 De Openheid is alles, terwijl er Openheid blijft. Dit is onuitsprekelijk
- 3-26 In elk waarnemen is er een tijdloos ogenblik – pang – en er is iets, zomaar uit het niets.
- 3-27 Wat gebeurt er wanneer je je met iemand identificeert? Wat betekent dat?
- 3-28 Welke vorm houd je eigenlijk nog vast?
- 3-29 Word je bewust van jeZelf als de open ruimte waarin alle kenwijzen en werelden verschijnen
- 3-3 Het huwelijk is een sprookje, het leven is een sprookje
- 3-30 ‘… scherp als een scheermes is het Pad …’ (Katha Upanishad 1.3.14)
- 3-31 Wanneer iemand wordt gegrepen door het Grote, vallen alle voorwaarden weg
- 3-32 Voel waar de wind waait, laat je meegaan en de realisatie gebeurt vanzelf
- 3-33 Het is de hardheid van jezelf, die je hardheid doet ontmoeten
- 3-34 Laat je niet afleiden
- 3-35 Je bént jeZelf
- 3-36 Jij blijft alles: Licht
- 3-37 Ga lekker liggen en laat je ontspannen
- 3-38 “Nu komen voor mijn ogen de dode bomen tot leven”
- 3-39 De hoogste dharma is moksha
- 3-4 Ook het seksuele komt voort uit Dat wat geen scheiding kent
- 3-40 Dat ieder die staat van Stilte en Vrede realiseert die vrij is van condities
- 3-5 Houd je niet vast aan uitspraken die altijd in een bepaalde context zijn gedaan
- 3-6 Zie je het licht flikkeren, hoor je de klanken tinkelen, oneindig ver weg, oneindig dichtbij?
- 3-7 We drinken zo dadelijk een kopje thee … en we drinken geen kopje thee. Zullen we dat maar doen?
- 3-8 Laat je niet afleiden. Laat je niet in de maling nemen.
- 3-9 In de stilte vindt er een omkering plaats
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.